Betekeniseconomie in de praktijk: samenwerken met Feyenoord

Vijf studenten – drie van de Hogeschool Rotterdam Business School en twee van Social Work – werken gezamenlijk aan een onderzoek voor Feyenoord, een goed voorbeeld van wat studenten binnen het thema betekeniseconomie kunnen doen. Het is voor het eerst dat studenten samen met een dergelijk interdisciplinair project aan de slag gaan. Hoe bevalt het ze, en wat leren ze ervan?

Vernieuwend onderwijs
De Hogeschool Rotterdam en Feyenoord werken al jaren samen op het gebied van stages, keuzevakken, minors en andere activiteiten, maar dit is een nieuw soort project. EMI Vitaal op Zuid is in deze samenwerking de verbinder en stimuleert inter- en transdisciplinair samenwerken tussen instituten en studenten. Het project is gestart in het kader van de nieuwe invulling van jaar 3 en 4. Studenten krijgen meer ruimte om hun eigen keuzes te maken in hun studie, en samen te werken met studenten van andere disciplines. Daarmee worden studenten breder opgeleid en zijn ze beter voorbereid op de arbeidsmarkt.

Kim Niersman, die als studentenbegeleider betrokken is bij het project, vertelt meer over het idee achter deze opdracht. “We hebben een groepje van 5 studenten met verschillende achtergronden, die samen een opdracht uitvoeren voor Feyenoord.  Bedrijven en organisaties worstelen natuurlijk met vraagstukken die niet binnen één discipline op te lossen zijn. Er is dus een noodzaak voor studenten om niet alleen binnen hun eigen hokje te denken en te werken, maar gebruik te maken van andermans expertises. Met dat idee is dit project opgezet.”

Betekeniseconomie – de Feyenoord Foundation
Een organisatie die goed aansluit bij het thema betekeniseconomie – één van de vier kernthema’s van de Hogeschool Rotterdam Business School – is Feyenoord. Feyenoord houdt zich bezig met activiteiten op het gebied van sport, onderwijs en werk. Sport wordt niet alleen gebruikt ter beweging en om mensen bewust te maken van een gezonde leefstijl, maar ook voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Volgens betekeniseconomie rijkt de verantwoordelijkheid van organisaties veel verder dan hun financiële verantwoordelijkheid naar hun aandeelhouders, en wordt welzijn, welvaart en welbevinden ingebed in de organisatie. Daarmee biedt de organisatie waarde voor de samenleving. Het is een van de doelen dat onze studenten trachten bij te dragen aan de zichtbaarheid hiervan.

Het onderzoek
Student Sarah Abderrahmane (Bedrijfskunde) doet mee aan het project en vertelt waar het onderzoek over gaat: “De maatschappelijke activiteiten van Feyenoord zijn op dit moment niet erg zichtbaar onder de mensen. Ze zijn heel actief bezig, maar eigenlijk weten maar weinig mensen wat ze doen. Aan ons is de vraag gesteld hoe je die zichtbaarheid kan vergroten. Tijdens de meeloopdagen hebben we ervaren dat ze hele mooie dingen doen die ook echt meer zichtbaar mogen worden.  Mensen móeten gewoon weten wat Feyenoord doet.” Student Samar Al-Allaoui (Bedrijfskunde) vult aan: “Het leuke aan het project is dat we met zo’n vraag beginnen en we echt zelf moeten uitvogelen wat we gaan doen en hoe het onderzoek eruit moet zien. Je combineert eigenlijk alle kennis die je in de eerste paar jaar hebt opgedaan en daarmee kan je een echte organisatie helpen.”

Transdiciplinair samenwerken
Hoe ervaren de studenten het samenwerken met andere disciplines? Stijn Ros (Sport Marketing & Management) vertelt: “Ik denk dat ik wel voor de groep spreek als ik zeg dat het leuk is om samen te werken met andere opleidingen, maar het was wel een zoektocht om te kijken hoe we er allemaal een deel van kunnen uitmaken, en hoe we de taakverdeling zouden doen.”

Frank Hogetoorn (Social Work) vult aan: “Het is een hele andere denkwijze en dat is heel leerzaam. Je leert de organisatie waar je rondloopt ook weer op een andere manier kennen, dat geeft ook weer verdieping. Wat mij wel opviel is dat de studenten van HRBS heel erg kort en bondig zijn en erg op de feiten. Wij als social workers zijn juist meer op het gevoel, en communiceren vaak uitgebreider. Dat was wel een groot verschil.”

Sarah is het eens met Frank: “Wij zijn gewend om een advies op te stellen, dus wij kijken ook meer naar feiten: wat is er nou eigenlijk aan de hand en hoe kan je dat verbeteren? Social work en bedrijfskunde benaderen ieder het vraagstuk vanuit een andere invalshoek maar zijn hierdoor juist aanvullend aan elkaar.

Samar voegt nog toe: “Nu kijken we ook meer vanuit het oogpunt van de doelgroep. Wat denken zij, wat voelen zij, wat voor impact heeft het op hen? Het kan theoretisch allemaal kloppen, maar als er in de werkelijkheid, bij de mensen zelf, helemaal geen behoefte aan is, dan loop je daar snel tegenaan.”
Kortom, een waardevolle ervaring voor de studenten: ze doen praktijkervaring op met transdisciplinair samenwerken en de betekeniseconomie. En, vult Samar tot slot nog aan: “We mogen ook af en toe naar de wedstrijden!”